Billijke vergoeding bij ontslag
In de rechtspraak zijn er recent twee uitspraken gedaan die zien op het toekennen van een “billijke vergoeding” aan de werknemer (artikel 7:681 BW) bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever ten aanzien van het ontslag. In de uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 21 januari 2016 (ECLI:NL:RBOVE:2016:212) ontbindt de rechtbank de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsrelatie en kent van rechtswege de transitievergoeding toe (7:673 BW). Deze vergoeding is bedoeld ter compensatie van de werknemer voor de gevolgen van het ontslag. Op vordering van de werknemer wijst de rechtbank ook een billijke vergoeding toe van € 20.000 wegens ernstige verwijtbaarheid. In de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 27 januari 2016 (ECLI:NL:RBLIM:2016:661) stelt de rechtbank vast dat het ontslag op staande voet is gegeven zonder dringende reden, zodat een billijke vergoeding dient te volgen. Aangezien de werknemer pas kort in dienst was, bestaat er geen recht op de transitievergoeding. Ter motivering van de billijke vergoeding betrekt deze kantonrechter in het verlengde daarvan ook de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en niet alleen het verwijtbare handelen van de werkgever. Deze rechter gaat daarmee tegen de wetsgeschiedenis in.