Geweld werknemer leidt tot ontslag op staande voet

Gisteren schreef ik over een geval van ontslag op staande voet, waarbij de Hoge Raad bepaalde dat de persoonlijke omstandigheden van de werknemer in de weg kunnen staan van het bestaan van een dringende reden.

Ditmaal een ontslag op staande voet dat onlangs bij de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland (Almere) wel stand houdt, ondanks het belang van de persoonlijke omstandigheden van werknemer (ECLI:NL:RBMNE:2022:2305).

In dit geval heeft de werknemer het initiatief genomen tot een confrontatie met een collega en lichamelijk geweld gebruikt.

De rechter bepaalt dat geweld tussen collega’s onacceptabel gedrag is. De persoonlijke omstandigheden van werknemer, hoewel hij een lang dienstverband van ruim 22 jaar heeft bij werkgever en van eerdere incidenten niet is gebleken, staan aan een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet in de gegeven omstandigheden niet in de weg. Ook de leeftijd van werknemer en de financiële gevolgen die het ontslag op staande voet met zich meebrengen maken de uitkomst niet anders.

De handelwijze van werknemer kan worden aangemerkt als een zodanig ernstige schending van de op hem rustende verplichting zich als goed werknemer te gedragen dat van werkgever redelijkerwijs niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het ontslag op staande voet is daarmee rechtsgeldig gegeven.

Niqaab kan leiden tot verlaging uitkering

Gemniqaab uitkeringeente Utrecht verlaagt bijstandsuitkering vanwege het dragen van een niqaab.

Kan het dragen van bepaalde (religeuze) kleding resulteren in een verlaging van de uitkering? Klaarblijkelijk wel. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 mei geoordeeld dat de bijstandsuitkering van een moslima verlaagd mocht worden. De reden hiervoor is dat de moslima in kwestie tijdens een werktraining, na herhaaldelijk verzoek, weigerde om haar niqaab af te doen.

Niqaab drukt publieke middelen

Conclusie van de Centrale Raad van Beroep is dat deze dame, door te weigeren om zich van haar niqaab te ontdoen, onnodig druk legt op publieke middelen. De kans is namelijk klein dat zij snel werk vindt terwijl zij haar niqaab blijft dragen, aldus de Centrale Raad van Beroep.

Lees hier de gehele uitspraak.

Ontslag en bagateldelicten

In de rechtspraak zijn er dit jaar weer saillante uitspraken ten aanzien van het ontslag op staande voet wegens een bagateldelict, dat wil zeggen een diefstal van geringe betekenis of waarde.

Op 7 februari oordeelde de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2017:905) dat een werkneemster terecht op staande voet is ontslagen wegens het wegnemen van een pak Optimel, dat over de datum was. De rechtbank liet zwaar wegen dat de werkgever, zijnde een supermarkt, groot belang heeft bij een strikte naleving van het bedrijfsreglement vanwege een sterk verhoogd diefstalrisico. In het reglement was tevens expliciet opgenomen dat het nimmer is toegestaan om ook afgeschreven producten te nuttigen dan wel mee naar huis te nemen op straffe van een passende maatregel, waaronder een beëindiging van het dienstverband. Daarenboven had werkneemster eerder twee waarschuwingen gekregen, de laatste maal omdat zij onrechtmatig kaaskruimels van broodjes had verzameld om thuis te nuttigen voor eigen gebruik.

ontslagen om chipsAnders liep het in een recente zaak van de rechtbank Limburg d.d. 11 april (ECLI:NL:RBLIM:2017:3257). Hier werd het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wegens het deels opeten van een zakje chips door werkneemster, dat aan de wederpartij Action toebehoorde, toegewezen. Namens Action werd volgehouden dat ook in geval sprake was van een zogenaamd breukartikel (dan is de verpakking stuk of de THT datum is verlopen) het ontslag op staande voet in het kader van een strikte handhaving van haar zero tolerance beleid alleszins gerechtvaardigd was. In het Fraudebeleid had de werkgever vastgelegd dat in geval van “Food breuk” het artikel uit de schappen gehaald moet worden en de inhoud in de vuilnisbak geleegd moet worden. Uit het beleid kon echter niet worden afgeleid dat het nuttigen van etenswaren als zodanig onder de noemer van diefstal valt, waarop de sanctie van ontslag op staande voet volgt.  Voorts achtte de rechtbank in het bijzonder van belang dat het hier ging om een werkneemster met een onbezoedeld blazoen en een lang en respectabel dienstverband.

Derhalve kan men concluderen dat deze zaken niet in tegenspraak met elkaar zijn ondanks de verschillende uitkomst. In het eerste geval waren er duidelijkere huisregels waaronder het bagateldelict was te subsumeren. Tevens is er een helder onderscheid te maken betreffende de reputatie van de beide werknemers.