Ontslag en normalisering ambtenarenrecht
Al ruim 2,5 jaar is de Wet normalisering voor ambtenaren in werking getreden. Het aantal opvallende ontslagzaken blijft beperkt. Een saillante zaak van de rechtbank Rotterdam is uitgesproken op 30 juni 2022 (gepubliceerd op 20 juli). Zie ECLI:NL:RBROT:2022:5560.
Het gaat hier om de ontbinding van een arbeidsovereenkomst van een douanemedewerker. Bij de douane werken geen ambtenaren meer in de klassieke zin (d.w.z. op basis van een aanstelling). Deze ambtenaar is strafrechtelijk schuldig bevonden aan computervredebreuk en schending ambtsgeheim. De Staat heeft de ontbinding primair gevorderd op grond van wanprestatie. Het ligt eerder voor de hand om ontbinding te vragen op basis van verwijtbaar handelen in zo een geval (e-grond). De rechtbank wijst de ontbinding toe zonder toekenning van een transitievergoeding.
De advocaat van de ambtenaar had zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank in deze zaak. Het is ook nagenoeg onmogelijk om bij een strafrechtelijke veroordeling, die samenhangt met het functioneren, nog een ontbinding van de arbeidsovereenkomst zinvol te bestrijden.
Ik had zelf in 2020 een vergelijkbaar geval. Ook daar was een verweer kansloos (ECLI:NL:RBDH:2020:5446). De overheid vorderde daar primair wel de ontbinding op grond van verwijtbaar handelen.